Kind
Uiterlijk
![]() |

Twee Griekse kinderen
- Kind
- Afkomstig van Middelhoogduits: kint zn ← Oudhoogduits: kind zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | das Kind | die Kinder |
genitief | des Kind(e)s | der Kinder |
datief | dem Kind(e) | den Kindern |
accusatief | das Kind | die Kinder |
Kind, o
- Kind
- Afkomstig van Duits: Kind zn ← Middelhoogduits: kint zn ← Oudhoogduits: kind zn
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Kind | es Kind | Kinner | die Kinner |
datief | me Kind | em Kind | Kinner | de Kinner |
accusatief | en Kind | es Kind | Kinner | die Kinner |
Kind, o
- (familie) kind
- «Die Mudderschprooch iss die Schprooch, ass en Kind zuerscht lannt deheem vun die Eldere.»
- De moedertaal is de taal die een kind in het begin leert thuis van de ouders.
- «Die Mudderschprooch iss die Schprooch, ass en Kind zuerscht lannt deheem vun die Eldere.»
Categorieën:
- Woorden in het Duits
- Woorden in het Duits van lengte 4
- Woorden in het Duits met audioweergave
- Woorden in het Duits met IPA-weergave
- Duitse woorden naar herkomst uit het Middelhoogduits
- Duitse woorden naar herkomst uit het Oudhoogduits
- Zelfstandig naamwoord in het Duits
- Familie in het Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits van lengte 4
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met audioweergave
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Duits
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Middelhoogduits
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Oudhoogduits
- Zelfstandig naamwoord in het Pennsylvania-Duits
- Familie in het Pennsylvania-Duits