Kinner
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- Kin·ner
Zelfstandig naamwoord
Kinner
- onzijdig meervoud van Kind
- «Der Belsnickel kummt uff em 24. Diesember un er bringt Sache fer die Kinner.»
- De Belsnickel komt op 24 december en brengt dingen voor de kinderen.
- «Der Belsnickel kummt uff em 24. Diesember un er bringt Sache fer die Kinner.»
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden
- Kinner un Narre saage die Waahret.
Kinderen en gekken zeggen de waarheid.