šum
Slowaaks
Zelfstandig naamwoord
šum m
- ruis; een structuurloos en voortdurend geluid dat een continuüm van toonhoogten bevat
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /ʃʊm/
Woordafbreking
- šum
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Slavische *šumъ
Zelfstandig naamwoord
- ruis; een structuurloos en voortdurend geluid dat een continuüm van toonhoogten bevat
- (elektrotechniek) ruis; een elektrisch signaal dat geen informatie bevat
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | šum | šumy |
genitief | šumu | šumů |
datief | šumu | šumům |
accusatief | šum | šumy |
vocatief | šume | šumy |
locatief | šumu | šumech |
instrumentalis | šumem | šumy |
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Werkwoord
šum
- informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord šumět
Synoniemen
Paroniemen
Categorieën:
- Woorden in het Slowaaks
- Zelfstandig naamwoord in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Elektrotechniek in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Werkwoord in het Tsjechisch
- Werkwoordsvorm in het Tsjechisch