zonneschijn
Uiterlijk
- Geluid: zonneschijn (hulp, bestand)
- zon·ne·schijn
- samenstelling van zon en schijn met het invoegsel -e-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zonneschijn | - |
verkleinwoord | zonneschijntje |
de zonneschijn m
- het licht dat van de zon afkomstig is
- Het was opnieuw een prachtige dag met volop zonneschijn.
- Na regen komt zonneschijn
- Na een tegenslag volgt altijd weer iets beters.
1. het licht dat van de zon afkomstig is
- Het woord zonneschijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zonneschijn" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be