wijting

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
wijting
Woordafbreking
  • wij·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wijting wijtingen
verkleinwoord wijtinkje wijtinkjes

Zelfstandig naamwoord

[A] de wijtingm

  1. (straalvinnigen) bepaald soort straalvinnige vis, Merlangius merlangus op Wikispecies, uit de familie van schelvissen (Gadidae op Wikispecies), orde schelvisachtigen (Gadiformes op Wikispecies), die voorkomt in het noordoosten van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee
Hyperoniemen
Hyponiemen
Overerving en ontlening
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

[B] de wijtingv / m

  1. fijn geslempt krijt
enkelvoud meervoud
naamwoord wijting wijtingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

[C] de wijtingv

  1. aanwijzing als schuldige of oorzaak

Gangbaarheid

83 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen