Naar inhoud springen

flat

Uit WikiWoordenboek
  • flat
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘gebouw met woningen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1931 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord flat flats
verkleinwoord flatje flatjes

deflatm

  1. (bouwkunde), (wonen) gebouw met een aantal opeengestapelde woonlagen ( etages zn )
    • Wanneer wordt er een nieuwe flat gebouwd? 
     In de grote flat aan Queensgate Place waar Andrew was opgegroeid, te midden van de foto's van hem en zijn zus aan de muur van de hal, hing een foto van een mysterieuze baby die liefdevol werd vastgehouden door Arabella en Harry.[2]
  2. (metonymisch), (wonen) (als totum pro parte) woning in het bij [1] beschreven flatgebouw
    • Mijn flat staat niet op die foto. 
     Terwijl ik thuiskwam in de stille flat in de Rue D.[2]
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]


enkelvoud meervoud
flat flats

flat

  1. (bouwkunde), (wonen) flat, flatgebouw
  2. (muziek) mol (verlaging met een halve toon)
stellend vergrotend overtreffend
flatflatterflattest

flat

  1.  plat bn ,  vlak bn