vrijer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vrij·er
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van vrijen met het achtervoegsel -er [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrijer | vrijers |
verkleinwoord | vrijertje | vrijertjes |
Zelfstandig naamwoord
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van vrijster
Vertalingen
Bijvoeglijk naamwoord
vrijer
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van vrij
Gangbaarheid
- Het woord vrijer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vrijer" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ vrijer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Informeel in het Nederlands
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %