user
Uiterlijk
- user
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | user | users |
verkleinwoord |
de user m
- (informatica) iemand die een bepaald computerprogramma of een bepaalde webdienst gebruikt
- [1.1] userinterface
- [1.1] username
- Het woord user staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ user op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “'Spam naar klanten via boekhoudprogramma Exact'” (25 september 2017) op nu.nl
- ↑ Weblink bron “Hirsi Ali ook op internet bestreden” (21 september 2002) op nrc.nl
ūser
enkelvoud | meervoud |
---|---|
user | users |
user
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
user |
usais |
usé |
eerste groep | volledig |
user
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Informatica in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Angelsaksisch
- Persoonlijk voornaamwoord in het Angelsaksisch
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Achtervoegsel -er in het Engels
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Informatica in het Engels
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 4
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Werkwoord in het Frans