username

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • user·name
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord username usernames
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

username m

  1. gebruikersnaam die samen met het wachtwoord toegang geeft en zorgt voor de identificatie van een gebruiker
    • Siri spreekt de gebruiker van de iPhone aan met de naam die in de instellingen is ingegeven. Volgens het personeel moet een grapjas de scheldtirade als username ingegeven hebben,. [1] 
    • Ook die kreeg hetzelfde antwoord te horen, waarna het personeel van Tesco concludeerde dat iemand met de instellingen van de iPhone moest hebben geknoeid. Siri spreekt de gebruiker van de iPhone aan met de naam die in de instellingen is ingegeven. Volgens het personeel moet een grapjas de scheldtirade als username ingegeven hebben,. [2] 
    • We hebben nog wanhopig een username aagevraagd, maar ook dat hielp niet. De Belgen zonden het wel live uit met mooi commentaar, maar daar kwamen we te laat achter. Misschien was het wel zo SPORTIEF geweest van de NOS om naar hen te verwijzen. [3] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Tubantia 02-01-12 Ontspoorde iPhone scheldt erop los
  2. Tubantia 02-01-12 Ontspoorde iPhone scheldt erop los
  3. De Telegraaf 13 aug. 2018 ’Epke moest wijken voor voetbal’
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be