verpleegstersuniform

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

verpleegstersuniform
Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·pleeg·sters·uni·form
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verpleegstersuniform verpleegstersuniformen
verkleinwoord verpleegstersuniformpje verpleegstersuniformpjes

Zelfstandig naamwoord

de verpleegstersuniformv / m, het verpleegstersuniformo

  1. (kleding) de werkkleding van een verpleegster
     Quispel had de brandlucht al geroken, toen het meisje in haar verpleegstersuniform met het bruin uitgeslagen, drooggekookte keteltje in haar hand het souterrain binnen stapte.[1]
     In de vroege ochtend van 5 mei 1945 was de 21-jarige Annick van Hardeveld op de fiets op weg naar Amsterdam-Noord. Gekleed in haar verpleegstersuniform om stiekem bevelen voor haar verzetsgroep te kunnen afleveren. Toen een vrachtwagen van de Grüne Polizei haar pad kruiste, openden de terugtrekkende Duitse agenten zonder aanleiding het vuur. Annick werd zo de laatste koerierster van het verzet die haar werk met de dood bekocht.[2]
Hyperoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023479925
  2. Bronlink geraadpleegd op 12 maart 2022 Weblink bron
    Lambert Teuwissen
    “Vertekend beeld verzetsvrouwen WO II: 'Hannie Schaft kon het echt niet alleen'” (ZO 28 NOVEMBER 2021), NOS