kakiuniform

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

kakiuniform
Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·ki·uni·form
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kakiuniform kakiuniformen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kakiuniformv / m, het kakiuniformo

  1. uniform met een geelbruine aardkleur
     Hij had een zwarte alpinopet op, droeg altijd een slobberig Engels kakiuniform en bereikte een leeftijd van 107 jaar.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten en Jasper Popma)
    “Zweedse laarzen” (2015), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535723