these

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  these    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• the·se

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘stelling’ voor het eerst aangetroffen in 1782

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	these	theses thesen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

these v

1. formele stelling

   • Deze these is allang ontkracht. 

Hyponiemen

• antithese, diathese, hypothese, metathese, orthese, parenthese, prothese, synthese

Vertalingen

    1.   

Afrikaans: tese (af) Engels: thesis (en)

Spaans: tesis (es)

Gangbaarheid

• Het woord these staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "these" herkend door:

78 %	van de Nederlanders;
75 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Engels

Uitspraak

• Geluid:  these (VS)    (hulp, bestand)
• IPA: /ðiːz/
• SAMPA: /Di:z/

Aanwijzend voornaamwoord

these mv

1. deze