teren
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘in zijn levensonderhoud voorzien’ voor het eerst aangetroffen in 1539 [1] [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
teren |
teerde |
geteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
teren
- overgankelijk met teer besmeren
- De schipper heeft de sloep geteerd.
- in zijn levensonderhoud voorzien
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- Op zijn vet teren
leven van gespaard geld
Vertalingen
1. met teer besmeren
Gangbaarheid
- Het woord teren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "teren" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "teren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ teren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ teren op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %