ter bevoegde plaatse
Uiterlijk
- Geluid: ter bevoegde plaatse (hulp, bestand)
- IPA: /tɛrbəˈvuɣdəˌplatsə/
- ter be·voeg·de plaat·se
- vaste verbinding van ter (voorzetsel), bevoegde (bijvoeglijk naamwoord) en plaats (zelfstandig naamwoord) met de uitgang -e van de datief [1]
ter bevoegde plaatse
- (verouderd) door of bij de instantie die erover gaat
- (verouderd) op het geschikte punt (in een tekst)
- ter bevoegder plaatse (waarbij ook bevoegd de datiefvorm krijgt)
- te bevoegder plaatse (onbepaalde vorm)
- Het woord "ter" is een samentrekking van het voorzetsel "te" en "der", de datief van het lidwoord de. De naamwoorden die bij het voorzetsel "te" horen, stonden vroeger in de datief. In de meer archaïsche vorm wordt daarom ook het bijvoeglijk naamwoord "bevoegd" verbogen. Als de zinsnede is afgeleid van "bevoegde plaats", zonder bepaald lidwoord, is de vorm met "te" juist: daarmee wordt dan aangegeven dat er niet naar een bepaalde instantie of plaats wordt verwezen.
- Het woord 'ter bevoegde plaatse' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ "Vaste combinaties met naamvallen (algemeen)" op website Nederlandse Taalunie Taaladvies.net; geraadpleegd 2016-11-03