storen
Uiterlijk
- sto·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
storen |
stoorde |
gestoord |
zwak -d | volledig |
storen
- overgankelijk het functioneren nadelig beïnvloeden
- Alle radio-uitzendingen uit Engeland werden door de bezetter gestoord.
- ▸ `Ik wil mij graag verontschuldigen dat ik u bij die gewichtige opdracht heb gestoord. Ik moet leren dat mijn nieuwsgierigheid onze gasten tot last kan zijn, zoals meneer Montebello altijd zegt.'[4]
- wederkerend zich storen aan: zich ergeren
- ▸ Verder merkte ik dat mijn smaak iets scherper werd zodat ik me onmiddellijk stoorde aan de chemische smaak van het kraanwater in de stad na weken uit de rivier te hebben gedronken.[5]
1.het functioneren nadelig beïnvloeden
- Het woord storen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "storen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "storen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ storen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ storen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 12
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Wederkerend werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %