stoornis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stoor·nis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stoornis stoornissen
verkleinwoord stoornisje stoornisjes

Zelfstandig naamwoord

de stoornisv

  1. (medisch) afwezigheid of afwijking van een functie die tot de normale menselijke ontwikkeling behoort
  2. (psychologie) een psychische aandoening waardoor de normale gang van zaken wordt bemoeilijkt
    • Een bipolaire stoornis is een ziekte van de hersenen waardoor mensen extreme stemmingen kunnen krijgen. 
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen