slam
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slam
Woordherkomst en -opbouw
- van het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slam | slams |
verkleinwoord | slammetje | slammetjes |
Zelfstandig naamwoord
slam m
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
slammen |
slam
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slammen
- Ik slam.
- gebiedende wijs van slammen
- Slam!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slammen
- Slam je?
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord slam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Frans
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
slam m
- (spreektaal) slam, poëzie met enig spektakel
- «Le slam a la cote, pour preuve: pas moins de 108 classes participantent au festival.»
- Slam is in de mode, dat blijkt wel: niet minder dan 108 klassen doen mee aan het festival. [1]
- «Le slam a la cote, pour preuve: pas moins de 108 classes participantent au festival.»
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 4
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Spreektaal in het Frans