schuldeiser
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schuldeiser (hulp, bestand)
Woordafbreking
- schuld·ei·ser
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schuld en eiser
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schuldeiser | schuldeisers |
verkleinwoord | schuldeisertje | schuldeisertjes |
Zelfstandig naamwoord
schuldeiser m
- iemand aan wie iemand iets (meestal geld) verschuldigd is
- Hij komt maar niet van z'n schuldeisers af.
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
1. iemand aan wie iemand iets (meestal geld) verschuldigd is
Gangbaarheid
- Het woord schuldeiser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "schuldeiser" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be