Naar inhoud springen

rotte

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Rotte
  • In de betekenis van een “groepje zwijnen”, ontleend aan Duits Rotte.
  • rot·te

rotte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van rot

derottev/m

  1. (jachttaal) een groep wilde zwijnen geleid door een matriarch
      Er vielen eenige schoten bij den stamhouder, zooals later bleek, missers op een rotte zwijnen en eenige rake kogels op een tweetal varkens bij de andere schutters.[1]
vervoeging van
rotten

rotte

  1. enkelvoud verleden tijd van rotten
    • Ik rotte. 
    • Jij rotte. 
    • Hij, zij, het rotte. 
  2. aanvoegende wijs van rotten
90 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 04-06-2021 Weblink bron Hoe de „Ossenkop” sneuvelde in: De Nederlandsche jager; voor jagers en honden liefhebbers, jrg 47, 1941-1942, no 41 (11-04-1942), p. 418 op delpher.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
En svarte rotte.
Een zwarte rat.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rotte     rotten     rotter     rotterne  
genitief   rottes     rottens     rotters     rotternes  

rotte g

  1. (knaagdieren) rat
    • rot·te
    • Werkwoord: Afkomstig van de Duitse woorden Rotte en zusammenrotten
    • Zelfstandig naamwoord: Afkomstig uit het Nederduits.
    vervoeging
    onbepaalde wijs rotte
    tegenwoordige tijd rotter
    verleden tijd rottet
    rotta
    voltooid
    deelwoord
    rottet
    rotta
    onvoltooid
    deelwoord
    rottende
    lijdende vorm rottes
    gebiedende wijs rott
    vervoegingsklasse
    opmerking Klasse 1 zwak

    rotte seg sammen

    1. wederkerend samenrotten
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   rotte     m: rotten
    v: rotta  
      rotter     rottene  
    genitief   rottes     m: rottens
    v: rottas  
      rotters     rottenes  

    rotte m / v

    1. (knaagdieren) rat
      «En rotte i kantina førte til at studentene i dag måtte finne seg et annet sted å spise.»
      Een rat in de cafetaria leidde ertoe dat de studenten nu ergens anders een plaats moesten vinden om te eten.
    2. (dierkunde) (in woordsamenstellingen) een benaming voor meerdere kleine zoogdieren
    3. (scheldwoord) een dubbel overgehaalde schurk
    4. (figuurlijk) een sluwe kerel
    5. (dysfemisme), (pejoratief) een persoon in een als minder belangrijk beschouwde positie
    • Rottene forlater det synkende skip.
    De Ratten verlaten het zinkende schip.
    • rot·te
    • Werkwoord: Afkomstig van de Duitse woorden Rotte en zusammenrotten
    • Zelfstandig naamwoord: Afkomstig uit het Nederduits.
    vervoeging
    onbepaalde wijs rotte
    rotta
    tegenwoordige tijd rottar
    verleden tijd rotta
    voltooid
    deelwoord
    rotta
    onvoltooid
    deelwoord
    rottande
    lijdende vorm rottast
    (bijvorm): rott
    gebiedende wijs rotta
    rotte
    vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
    opmerking

    rotte seg saman

    1. wederkerend samenrotten
    • rotte seg saman
    samenscholen met vijandige of slechte bedoelingen
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   rotte     rotta     rotter     rottene  

    rotte v

    1. (knaagdieren) rat
      «Kafeen hadde ei rotte som dreiv og sprang rundt bak oss.»
      Het café had een rat die zich achter ons bevond en daar vrij rondliep.
    2. (dierkunde) (in woordsamenstellingen) een benaming voor bepaalde kleine zoogdieren
    3. (scheldwoord) een dubbel overgehaalde schurk
    4. (figuurlijk) een sluwe kerel
    5. (dysfemisme), (pejoratief) een persoon in een als minder belangrijk beschouwde positie
    • Rottene forlèt det søkkande skipet.
    De Ratten verlaten het zinkende schip.