roerig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- roe·rig
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van roeren met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | roerig | roeriger | roerigst |
verbogen | roerige | roerigere | roerigste |
partitief | roerigs | roerigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
roerig [1]
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Anagrammen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord roerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "roerig" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be