rechtspositie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rechtspositie (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrɛx(t)spoˌzi(t)si / (4 lettergrepen)
- /ˈrɛɣtspoːˌsitsi/
Woordafbreking
- rechts·po·si·tie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van recht en positie met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rechtspositie | rechtsposities |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
rechtspositie v
- (juridisch), (sociologie) het geheel van iemands rechten en plichten
- De interne rechtspositie van de gedetineerden heeft betrekking op zijn rechten en plichten als inwoner van een strafinrichting, m.a.w. op zijn leven binnen de gevangenismuren (intra muros). [1]
Vertalingen
1. het geheel van iemands rechten en plichten
Gangbaarheid
- Het woord rechtspositie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Van den Wyngaert, Chris (2006). Strafrecht, strafprocesrecht en internationaal strafrecht in hoofdlijnen, p. 464. Uitg.: Maklu, ISBN 9789046600658.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Juridisch in het Nederlands
- Sociologie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal