pussy

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pus·sy
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pussy pussy's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

pussy v / m

  1. (scheldwoord) iemand met te weinig durf
     Het gebruik van het woord ‘pussy’ als scheldwoord is terug. Ik denk dat ik het voor het laatst in de jaren negentig hoorde. Het zal wel op de Korenmarkt in Arnhem geweest zijn, echt een plek waar mensen elkaar toen hardop een pussy konden vinden.[1]
  2. (seksualiteit) (informeel) geslachtsdeel van een vrouw
     Een blaaskaak, een antidemocraat en een seksist die er openlijk voor uitkwam dat hij lekkere meiden het liefst bij de pussy grijpt.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 14 april 2023 Weblink bron
    Marcel van Roosmalen
    “Pussy’s” (20 juni 2022) op nrc.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 14 april 2023 Weblink bron
    Jan Vollaard
    “De protestsong is terug (en er is niets lievigs meer aan)” (8 november 2018) op nrc.nl


Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van puss met het achtervoegsel -y
enkelvoud meervoud
pussy pussies

Zelfstandig naamwoord

pussy

  1. (informeel) poesje, katje
  2. (straattaal) kut
  3. (scheldwoord) slappeling, mietje, bangerik, scheldwoord voor een man die zich niet stoer gedraagt