lafaard

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • laf·aard
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van laf met het achtervoegsel -aard
enkelvoud meervoud
naamwoord lafaard lafaards
verkleinwoord lafaardje lafaardjes

Zelfstandig naamwoord

de lafaardm

  1. iemand die door zijn angst wegvlucht uit gevaarlijke situaties
    • Die lafaard liet ons in de steek toen we hem het hardst nodig hadden. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be