Naar inhoud springen

programmeren

Uit WikiWoordenboek
  • pro·gram·me·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
programmeren
programmeerde
geprogrammeerd
zwak -d volledig

programmeren overgankelijk

  1. het schrijven van een computerprogramma
  2. strak plannen
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be