palet
Uiterlijk
Niet te verwarren met: pallet |
- pa·let
- van Frans palette, in de betekenis van ‘verfplankje’ voor het eerst aangetroffen in 1658 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | palet | paletten |
verkleinwoord | paletje | paletjes |
het palet o
- (schilderkunst) dunne houten plank, meestal goed in de lak waarop een kunstschilder de verf kan mengen en meestal voorzien van een gat waar de kunstschilder zijn of haar duim doorheen kan steken
- Hij gebruikt een breed palet aan kleuren in zijn schilderij : Hij gebruikt veel kleuren in zijn schilderij.
- (kunst) harmonieuze menging van kleuren, gebruikt bij diverse vormen van beeldende kunst (zoals schilderen en keramiek)
- (figuurlijk) onderling samenhangend geheel
- Er kwam een heel palet aan maatregelen.
- (techniek) platte spaan met handvat, gebruikt bij het pottenbakken
- (sport), (Vlaams) houten slagplankje gebruikt bij het tafeltennis
1.
vervoeging van |
---|
paletten |
palet
- Het woord palet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "palet" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ palet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ "palet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /palɛt/
- pa·let
palet
palet
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Schilderkunst in het Nederlands
- Kunst in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Tsjechisch