overmorgen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·mor·gen
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

overmorgen

  1. (tijdrekening) de eerstvolgende dag na morgen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be