openbaren
Uiterlijk
| naamwoord van handeling | |
|---|---|
| zelfstandig | bijvoeglijk |
| openbaren | openbarend |
| openbaring | geopenbaard |
- open·ba·ren
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| openbaren |
openbaarde |
geopenbaard |
| zwak -d | volledig | |
openbaren
- overgankelijk wat voorheen een geheim was algemeen bekend maken
- De directie openbaarde een ingrijpend reorganisatieplan.
- Het woord openbaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "openbaren" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %