onbegrensd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·be·grensd
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onbegrensd onbegrensder onbegrensdst
verbogen onbegrensde onbegrensdere onbegrensdste
partitief onbegrensds onbegrensders -

Bijvoeglijk naamwoord

onbegrensd

  1. zonder grenzen, zonder einde, zonder beperkingen
    • Bruna’s werk bestaat uit een opvallend beeld dat in een lege vlakte drijft. „Juist door het traditionele perspectief te laten vallen, was ik opeens in staat alles te doen wat ik wilde”, zei hij. „Als ik in een tekening geen ruimte hoefde te creëren, kon ik alles, was ik onbegrensd.” Ukiyo-e prenten bestaan ook vaak uit een enkele dominante vorm zonder perspectief omringd door veel negatieve ruimte voor evenwicht. [1] 
    • Decennialang riep Afrika in het Westen vooral associaties op met armoede en oorlog, maar sinds een paar jaar publiceren consultants als McKinsey het ene na het andere rapport over de onbegrensde mogelijkheden van het continent. Snelle bevolkingstoename, opkomst van de middenklasse en indrukwekkende groeicijfers beloven gouden tijden, zeker aan bedrijven die er de weg kennen, zoals Vlisco.[2] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. NRC Kjeld Duits 16 maart 2017
  2. NRC Joris Kooiman 7 april 2017
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be