eindig
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ein·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | eindig | eindiger | eindigst |
verbogen | eindige | eindigere | eindigste |
partitief | eindigs | eindigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
eindig [1]
- een einde hebbende
- in de reële wereld is alles eindig
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een einde hebbende
Werkwoord
vervoeging van |
---|
eindigen |
eindig
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eindigen
- Ik eindig.
- gebiedende wijs van eindigen
- Eindig!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eindigen
- Eindig je?
Gangbaarheid
- Het woord eindig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "eindig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
eindig |
geëindig |
volledig |
Werkwoord
eindig
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ig in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Afrikaans
- Niet-samengesteld werkwoord in het Afrikaans
- Werkwoord in het Afrikaans