mul
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mul
Woordherkomst en -opbouw
- [A] van Latijn mullus [1] [2]
- [B] erfwoord via Middelnederlands mul van Oudnederlands mult, in de betekenis van ‘fijne aarde’ aangetroffen vanaf 991 als deel van toponiemen en zelfstandig vanaf 1287 [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10]
- [C] via Engels mull / mulmul van Hindi मलमल (malmal) [11]
[A] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | mul | mullen |
verkleinwoord | mulletje | mulletjes |
Zelfstandig naamwoord
[A] mul m
- (straalvinnigen) benaming voor vissen uit geslacht Mullus
uit de familie van de zeebarbelen
- (voeding) bepaald soort vis, Mullus surmuletus
- (voeding) bepaald soort vis, Mullus surmuletus
Vertalingen
1. benaming voor vissen uit geslacht Mullus
[B] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | mul | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
[B] mul o
- fijn zand, stof
Afgeleide begrippen
- verkruimeld turf
- kleurstof, gemaakt door de wortel van meekrap af te schrapen
- (imkerij) afval van bijen
Synoniemen
[B] mul m
- geschikte voeding
Synoniemen
- [1] voedsel
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | mul | muller | mulst |
verbogen | mulle | mullere | mulste |
partitief | muls | mullers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
[B] mul
- droog, los, stoffig, zandachtig, pulverig
- Hij kon niet fietsen op de mulle zandweg.
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
[C] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | mul | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
mul o
- (textiel) dun katoenen weefsel
Gangbaarheid
- Het woord mul staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "mul" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[12] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ mul (vissenfamilie) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Oudnederlands Woordenboek
- ↑ mul (fijne aarde; pulverig) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ mul (meekrap) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "mul" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ mul op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Erfwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Straalvinnigen in het Nederlands
- Vissen in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Imkerij in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Textiel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 79 %
- Prevalentie Vlaanderen 64 %