mannin

Uit WikiWoordenboek
De schepping van Eva als mannin uit Adam, afgebeeld door G. Doré op Wikipedia (nl).

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • man·nin
enkelvoud meervoud
naamwoord mannin manninnen
verkleinwoord
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

mannin v

  1. (religie) (christendom) vrouw
  2. manwijf, virago
Synoniemen
  • manninne (gebruikt in de oorspronkelijke Statenvertaling uit 1637)

Gangbaarheid

18 % van de Nederlanders;
9 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen