losos

Bosnisch

Zelfstandig naamwoord

losos m

1. (vissen) zalm

Sloveens

Zelfstandig naamwoord

losos m

1. (vissen) zalm

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /lɔsɔs/

Woordafbreking

• lo·sos

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Proto-Indo-Europese *laks-, via het Proto-Slavische *lososь

Zelfstandig naamwoord

losos mbezield

1. (vissen) zalm; benaming voor een aantal vissoorten

Verbuiging

		enkelvoud	meervoud
nominatief		losos	lososi
genitief		lososa	lososů
datief	korte vorm	lososu	lososům
	lange vorm	lososovi
accusatief		lososa	lososy
vocatief		losose	lososi
locatief	korte vorm	lososu	lososech
	lange vorm	lososovi
instrumentalis		lososem	lososy

Hyperoniemen

• ryba v

Afgeleide begrippen

lososář mbezield lososek / losůsek mbezield lososí lososina v

lososnatý lososnice v lososovitý lososový

Typische woordcombinaties

• losos arktický mbezield
• losos dunajský mbezield
• losos obecný mbezield
• losos švédský mbezield

Verwante begrippen

• lososárna v
• lososník m
• lososově (bw.)

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)