lingering

Engels

Werkwoord

lingering

1. onvoltooid deelwoord van linger

Zelfstandig naamwoord

lingering

1. gerundium van linger
2. gedraal, getalm, getreuzel, kwijning
3. leegloperij, lijntrekkerij

Synoniemen

• [2]: loitering

stellend	vergrotend	overtreffend
lingering	more lingering	most lingering

Bijvoeglijk naamwoord

lingering

1. armetierig, kwijnend
2. aarzelend, besluitloos, dralend, langzaam, leuterig, slepend, talmend, traag, treuzelachtig, treuzelend, weifelend
3. lijzig, log, loom

Typische woordcombinaties

• [1]: (informatica) lingering objects
• [1]: (medisch) lingering cough
  • [1]: (medisch) lingering cough medicine
  • [1]: (medisch) lingering cough remedies
• [1]: (medisch) lingering illness
• [1]: (medisch) lingering pain
• [1]: (muziek) lingering sound
• [1]: (oenologie) lingering aftertaste
• [1]: (oenologie) lingering finish (ook: long finish)

Synoniemen

• [1]: languishing
• [2]: dawdling
• [3]: languid

Afgeleide begrippen

• lingeringly
• unlingering