kuman
Uiterlijk
kuman
kuman
- van Germaans *kweman; cognaat van Gotisch 𐌵𐌹𐌼𐌰𐌽 (qiman), Oudsaksisch kuman (Nedersaksisch: kommen), Oudhoogduits queman en koman (Duits: kommen), Oudfries kuma en koma (Fries: komme), Angelsaksisch cuman (Engels: come), Oudnoords koma (Deens: komme, Zweeds: komma); de klank 'kwe-' is in Germaanse talen vaak 'ko-' geworden [1][2]
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd | voltooide tijd | |
enkelvoud | meervoud | ||
kuman, cuman | quam | quamen | kuman, cuman |
klasse 4 | volledig |
kuman
- komen
- «Ik mag iu gitellian, quad he, that noh wirded thiu tîd kuman, that is afstanden niskal stên obar ôdrumu.»
- Ik kan u zeggen, dat de tijd nog zal komen, dat daarvan geen steen op de andere zal blijven.[3]
- «Ik mag iu gitellian, quad he, that noh wirded thiu tîd kuman, that is afstanden niskal stên obar ôdrumu.»
- gekomen
- «Sie afsobun that uuas thesaru thiod kuman heleand te helpu fan hebenrikie.»
- Zij bemerkten dat de heiland dit volk te hulp was gekomen vanuit het hemelrijk.[4]
- «Sie afsobun that uuas thesaru thiod kuman heleand te helpu fan hebenrikie.»
samenstellingen:
- ↑ kuman op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Oudnederlands Woordenboek
- ↑ "Heliand", aangehaald in: Leopold, J.A."Iets over aard en vorm van bijvoeglijke zinnen." in: Taal en Letteren. jrg. 1 (1891) W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle; p. 127, noot 1; geraadpleegd 2016-05-26
- ↑ "Heliand" aangehaald in: "Vragen beantwoord" in: Noord en Zuid. jrg. 8 (1885) Blom en Olivierse, Culemborg / W. Rogghé, (J. Vuylsteke), Gent; p. 195; geraadpleegd 2016-05-26
- van Germaans *kweman; cognaat van Gotisch 𐌵𐌹𐌼𐌰𐌽 (qiman), Oudnederlands kuman, Oudhoogduits queman en koman (Duits: kommen), Oudfries kuma en koma (Fries: komme), Angelsaksisch cuman (Engels: come), Oudnoords koma (IJslands: koma, Deens: komme, Noors: komme, Nynorsk: komme, Zweeds: komma)
kuman