kriek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

3. Prunus cerasus
Uitspraak
Woordafbreking
  • kriek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kriek krieken
verkleinwoord kriekje kriekjes

Zelfstandig naamwoord

de kriekv / m

  1. (fruit) (ten Noorden van de Moerdijk:) laatrijpe, bijna zwarte, zeer zoete kers met grote pit
  2. (fruit) zure kers, steenvrucht van Prunus cerasus op Wikispecies
  3. (bloemplanten) bepaald soort vruchtboom, Prunus cerasus op Wikispecies
  4. (drinken) uit België afkomstig bier, gewoonlijk op basis van lambiek of geuze, waaraan het sap van zure kersen is toegevoegd
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
krieken

kriek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krieken
    • Ik kriek. 
  2. gebiedende wijs van krieken
    • Kriek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krieken
    • Kriek je? 

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

  • [1] kriek in het Nederlands Soortenregister N
  • [1] kriek op Wikidata op Wikidata

Verwijzingen