kattentong

Uit WikiWoordenboek
Vierde van links: filbert of kattentong

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kat·ten·tong
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kattentong kattentongen
verkleinwoord kattentongetje kattentongetjes

Zelfstandig naamwoord

de kattentongv / m

  1. (zoötomie) een orgaan in de mond van een kat
    • Om te drinken moet de kat zich wel behelpen met z'n kattentong. 
  2. een kattentongvormig soort chocolaatje
  3. (gereedschap) een platharig penseel met afgeronde hoeken
    • Een recht penseel wordt door slijtage vanzelf wel een kattentong. 
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid