orgaan

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • or·gaan
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘deel van levend organisme’ voor het eerst aangetroffen in 1466 [1]
  • Van het Oudgriekse ὄργανον ("instrument"), wat weer teruggaat tot ἔργειν ("werken")
enkelvoud meervoud
naamwoord orgaan organen
verkleinwoord orgaantje orgaantjes

Zelfstandig naamwoord

orgaan o

  1. (biologie) onderdeel van het organisme, samengesteld uit weefsels die één of meerdere specifieke functies vervullen, en een macroscopisch of microscopisch afzonderlijk geheel vormt
    • Belangrijke stap richting 3D-geprinte organen (wat orgaandonatie op termijn overbodig maakt) [2] 
  2. instelling, persoon, publicatie van een organisatie gebruikt als communicatiemiddel
  3. onderdeel van een organisatie of instelling
Hyponiemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen