kalm
Uiterlijk
- kalm
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | kalm | kalmer | kalmst |
verbogen | kalme | kalmere | kalmste |
partitief | kalms | kalmers | - |
kalm
- weinig in beroering, zonder opwinding
- Zijn kalme manier van optreden bracht de angstige kinderen wat tot rust.
- ▸ Hij was er kalm onder en gedwee onderging hij de bescheiden stoet familieleden en vrienden die afscheid kwamen nemen.[4]
- ▸ Wanneer ik me kalm voel, blijkt mijn hartslag ineens te pieken, en wanneer ik zelf veel stress ervaar, blijft mijn hartslag stabiel.[4]
- Het woord kalm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kalm" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ "kalm" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kalm op website: Etymologiebank.nl
- 1 2 Ronald Giphart e.a.“Een familie en een Griekse god” (2023), The House of Books, ISBN 9789044366471
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 of 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %