jol

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  jol    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• jol

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Nederduits, in de betekenis van ‘kleine boot’ voor het eerst aangetroffen in 1567

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	jol	jollen
verkleinwoord	jolletje	jolletjes

Zelfstandig naamwoord

de jol v / m

1. (scheepvaart) een klein soort boot met een verticale spiegel

   • Af en toe passeert ons een slank Zaans jolletje en de boer en de knecht die het roeien, steken hun hand op als groet. 

Hyponiemen

• finnjol, olympiajol, patjol, roei-jacht, roei-jol, twaalfvoetsjol

Vertalingen

    1.   

Spaans: yola (es) v

Werkwoord

vervoeging van
jollen

jol

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jollen
   

   • Ik jol. 

2. gebiedende wijs van jollen
   

   • Jol! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jollen
   

   • Jol je? 

Gangbaarheid

• Het woord jol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jol" herkend door:

72 %	van de Nederlanders;
36 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• jol

Woordherkomst en -opbouw

• Van het Oudnoorse jóli.

Zelfstandig naamwoord

jol m

1. (plantkunde) gewone engelwortel
2. (plantkunde) grote engelwortel

Verbuiging

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	jol	jolen	joler	jolene
genitief	jols	jolens	jolers	jolenes

Synoniemen

• [1] (wetenschappelijk) Angelica sylvestris
• [1] sløke, geitjol
• [2] (wetenschappelijk) Angelica archangelica
• [2] kvann, kvannejol, kvannjol

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• jol

Woordherkomst en -opbouw

• Van het Oudnoorse jóli.

Zelfstandig naamwoord

jol m

1. (plantkunde) gewone engelwortel
2. (plantkunde) grote engelwortel

Verbuiging

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	jol	jolen	jolar	jolane
genitief

Gelijkklinkende woorden

• jul

Synoniemen

• [1] (wetenschappelijk) Angelica sylvestris
• [1] sløkje, geitjol
• [2] (wetenschappelijk) Angelica archangelica
• [2] kvann, kvannjol

Zelfstandig naamwoord

jol g

1. (religie) (bijvorm) Kerstmis, kerstfeest
2. (verouderd) (bijvorm) joelfeest

Verbuiging

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	jol	jola	joler	jolene
genitief

Schrijfwijzen

• jul