inheems
Uiterlijk
- in·heems
- In de betekenis van ‘in het land zelf thuis behorende’ voor het eerst aangetroffen in 1237 [1]
- samenstelling van in en heem zn met het achtervoegsel -s [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | inheems | inheemser | inheemst |
verbogen | inheemse | inheemsere | inheemste |
partitief | inheems | inheemsers | - |
inheems
- (biologie) van oorsprong ergens voorkomend
- Dat is een inheems kruid in ons land.
- Met zijn freudiaanse viltstift maakte Trump onlangs per decreet ook een maatregel ongedaan om de 574 inheemse naties in de VS meer zeggenschap te geven bij de besteding van hun federale subsidies.[3]
- Het woord inheems staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inheems" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "inheems" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ inheems op website: Etymologiebank.nl
- ↑ www.nrc.nl (31 mrt 2025)
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Samenstelling in het Nederlands
- Achtervoegsel -s in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Biologie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %