inlands

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·lands
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen inlands inlandser inlandst
verbogen inlandse inlandsere inlandste
partitief inlands inlandsers -

Bijvoeglijk naamwoord

inlands [1]

  1. uit het land zelf
    • Eik, beuk, esdoorn en berk zijn de beste houtsoorten voor de kachel, zegt Wageveld. „Persoonlijk stook ik het liefst inlands eiken. Beukenhout geeft weliswaar iets meer warmte, maar het brandt wat korter. Eikenhout gloeit langer door.” En waarom inlands eiken? „Amerikaans eikenhout brandt ook prima, maar wat korter.” Berk en esdoorn hebben wat meer nadelen: „Berk geeft een mooie blauwe vlam, maar je doet er minder lang mee dan met eik en beuk, omdat het lichter is. Esdoorn brandt ook mooi, geeft op het hoogtepunt zelfs iets meer warmte dan eik en beuk, maar het brandt sneller op.”[2] 
  2. met name in de context van Nederlands Indië (uit Indië zelf)
    • - Dat deze keiharde beroepsmilitair, niet alles maar gewoon vond, blijkt uit zijn verontwaardiging toen een inlandse heerser hem als ‘matras’ een vrouw aanbood, ‘waarop ik repliceerde dat ik niet aan zo’n matras gewend was’. [3]  
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Friederike de Raat 29 januari 2013
  3. NRC Rob Hartmans 19 januari 2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be