honderdnegentien

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

0 1 1 9
honderdnegentien,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·ne·gen·tien
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

honderdnegentien

  1. "119", het getal tussen honderdachttien en honderdtwintig, honderd plus negentien
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen honderdnegentien euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer honderdnegentien van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "honderdnegentien" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdnegentien honderdnegentiens
verkleinwoord honderdnegentientje honderdnegentientjes

Zelfstandig naamwoord

de honderdnegentienv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 119 is aangeduid
    • Als jij honderdnegentien opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

honderdnegentien mv

  1. groep van 119 eenheden
    • Die honderdnegentien kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid