honderddrieënvijftig

Nederlands

0	1	5	3

honderddrieënvijftig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  honderddrieënvijftig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌhɔndərˈdrijənˌfɛiftəx / (6 lettergrepen)

Woordafbreking

• hon·derd·drieën·vijf·tig, hon·derd·drie·en·vijf·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  honderd ht  en  drieënvijftig ht 

Hoofdtelwoord

honderddrieënvijftig

1. "153", het getal tussen honderdtweeënvijftig en honderdvierenvijftig, honderd plus drieënvijftig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De totale kosten bedragen honderddrieënvijftig euro en zevenendertig cent. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • We logeerden vlakbij het strand in kamer honderddrieënvijftig van het grootste hotel. 

Schrijfwijzen

• 153 (decimaal)
• 10011001 (binair)
• 99 (hexadecimaal)
• CLIII (Romeins)

Synoniemen

• eenhonderddrieënvijftig
• honderdendrieënvijftig
• eenhonderdendrieënvijftig

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• honderddrieënvijftigste

hooftelwoorden samengesteld met "honderddrieënvijftig" ht als linkerdeel

• honderddrieënvijftigduizend

Vertalingen

    1. het getal 153   

Atjehs: sireutôih limöng plôih lhèe Duits: einhundertdreiundfünfzig (de) Engels: one hundred fifty-three (VS), one hundred and fifty-three (VK) Frans: cent-cinquante-trois (fr)

Italiaans: centocinquantatré (it) Portugees: cem cinquenta e três Russisch: сто пятьдесят три Spaans: ciento cincuenta y tres

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	honderddrieënvijftig	honderddrieënvijftigs
verkleinwoord	honderddrieënvijftigje	honderddrieënvijftigjes

Zelfstandig naamwoord

honderddrieënvijftig v / m

1. dat wat in een (rang)ordening met 153 is aangeduid

   • Als jij honderddrieënvijftig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

honderddrieënvijftig mv

1. groep van 153 eenheden

   • Die honderddrieënvijftig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

• Het woord 'honderddrieënvijftig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.