hevigheid
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- he·vig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hevigheid | hevigheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- met heel veel energie
- Het onweer barstte in alle hevigheid los.
- Nietzsches Umwertung aller Werte (de herwaardering van alle waarden na de spreekwoordelijke moord op God) is nog in volle hevigheid bezig. Sommigen proberen God te reanimeren, anderen zijn allang weer verder gegaan. De strijd tussen mensen is een waardenstrijd. We kunnen niets doen behalve praten met elkaar, in de hoop eruit te komen óf elkaar in onze waarde te laten. Mijn frustratie zit hem in het feit dat dat gesprek kennelijk zo lastig is. [2]
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord hevigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "hevigheid" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 6 januari 2017
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be