hevigheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

de held komt op een wit paard in alle hevigheid aan rennen
Uitspraak
Woordafbreking
  • he·vig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hevigheid hevigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hevigheidv

  1. met heel veel energie
    • Het onweer barstte in alle hevigheid los. 
    • Nietzsches Umwertung aller Werte (de herwaardering van alle waarden na de spreekwoordelijke moord op God) is nog in volle hevigheid bezig. Sommigen proberen God te reanimeren, anderen zijn allang weer verder gegaan. De strijd tussen mensen is een waardenstrijd. We kunnen niets doen behalve praten met elkaar, in de hoop eruit te komen óf elkaar in onze waarde te laten. Mijn frustratie zit hem in het feit dat dat gesprek kennelijk zo lastig is. [2] 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen