Naar inhoud springen

hevig

Uit WikiWoordenboek
  • he·vig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen hevighevigerhevigst
verbogen hevigehevigerehevigste
partitief hevigshevigers-

hevig

  1. sterk in mate
    • De regen werd gevolgd door een nog hevigere stortbui. 
     Doordat ik op Mount Whitney een verschrikkelijke nacht in hevig onweer had doorgebracht wilde ik zo snel mogelijk de bergen uit om bij te komen in een hotel in Independence, het dichtstbijzijnde dorp.[3]
     Ze herinnert zich hoe koud ze het had toen ze langs de gracht naar de schouwburg liep, hoe hevig haar nekhaartjes prikten.[4]
     Op het moment dat ik hevig ontroerd sta te snikken, komt er een in het zwart geklede oude dame de keuken van het hotel binnen.[5]
stellend vergrotend overtreffend
hevig heviger het hevigst

hevig

  1. in sterke mate
    • Hij was hevig geschrokken van het ongeluk waar hij maar ternauwernood aan ontkomen was. 
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[6]
  1. "hevig" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. hevig op website: Etymologiebank.nl
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. Jessie Burton vert. Mieke Trouw-Luyckx
    “Het huis aan de Herengracht” (2022), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789024586332
  5. Ronald Giphart e.a.
    “Een familie en een Griekse god” (2023), The House of Books, ISBN 9789044366471
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be