handvol
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hand·vol
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hand en vol
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handvol | handvollen |
verkleinwoord | handjevol handvolletje |
handjevollen handvolletjes |
Zelfstandig naamwoord
- zo veel als in een hand past
- We moesten hard werken voor een handjevol eten
- klein aantal
- In het begin waren het er een handvol, nu tientallen.
- De politie heeft een handvol tips ontvangen.
- ▸ Er is minder dan een handvol haarspeldbochten, maar de hellingsgraden slopen de eerste reserves uit de benen.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord handvol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "handvol" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Rob Gollin“De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be