geldig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gel·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | geldig | geldiger | geldigst |
verbogen | geldige | geldigere | geldigste |
partitief | geldigs | geldigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
geldig
- waarvan de waarde of wettigheid erkend wordt
- Deze postzegels zijn niet geldig meer.
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. waarvan de waarde of wettigheid erkend wordt
Gangbaarheid
- Het woord geldig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geldig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ geldig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ig in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %