geischtlich

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: geistlich

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • geischt·lich
Woordherkomst en -opbouw
Sterke verbuiging mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
onzijdig
enkelvoud
meervoud
nominatief geischtlicher geischtlichi geischtlich geischtliche
datief geischtlichem geischtlicher geischtlichem geischtliche
accusatief geischtlicher geischtlichi geischtlich geischtliche
zwakke verbuiging mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
onzijdig
enkelvoud
meervoud
nominatief geischtlich geischtlich geischtlich geischtliche
datief geischtliche geischtliche geischtliche geischtliche
accusatief geischtlich geischtlich geischtlich geischtliche
Gemengde verbuiging mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
onzijdig
enkelvoud
meervoud
nominatief geischtlicher geischtlichi geischtlich geischtliche
datief geischtliche geischtliche geischtliche geischtliche
accusatief geischtlicher geischtlichi geischtlich geischtliche

Bijvoeglijk naamwoord

geischtlich

  1. geestelijk
  2. priesterlijk
  3. een dominee betreffend
Opmerkingen

Bijvoeglijk naamwoord

geischtlich

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief en accusatief onzijdig enkelvoud stellende trap van geischtlich

geischtlich

  1. bepaald nominatief en accusatief enkelvoud stellende trap van geischtlich

geischtlich

  1. onbepaald nominatief en accusatief onzijdig enkelvoud stellende trap van geischtlich