nog geen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nog geen
Woordherkomst en -opbouw

Frase

nog geen

  1. op dit moment nul, maar in de toekomst een of meer
    • Wij hebben nog geen kinderen. 
  2. op dit moment niet, maar in de toekomst wel
    • Met deze hitte heb ik nog geen zin om te gaan fietsen, maar vanavond misschien wel. 
  3. duidelijk minder dan
    • Ik kom over vier weken, dat is nog geen maand. 
  4. zelfs niet (gevolgd door een minimale hoeveelheid)
    • Hij was erg zuinig en wou nog geen cent aan nieuwe kleren besteden. 

Gangbaarheid