gen

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: gen.-gen, Gen, Gen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘drager van erfelijke eigenschappen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1928 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord gen genen
verkleinwoord gennetje gennetjes

Zelfstandig naamwoord

het geno

  1. (biologie) drager van informatie van de erfelijke eigenschappen
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • gen
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Duitse woord Gen

Zelfstandig naamwoord

gen monbezield

  1. (biologie) gen; drager van informatie van de erfelijke eigenschappen
Verbuiging
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Verwijzingen

Meer informatie


Turks

Woordafbreking
  • gen
enkelvoud meervoud
nominatief   gen     genler  
genitief   genin     genlerin  
datief   gene     genlere  
accusatief   geni     genleri  
locatief   gende     genlerde  
ablatief   genden     genlerden  

Zelfstandig naamwoord

gen

  1. (biologie) gen